Bikkel. Kanjer. Topper.

“Ik ga ervoor”, zei je. En je ging ervoor. Eigenlijk wist je nog niet eens precies wat het was, leukemie. Maar jou zouden ze niks maken. Volle kracht er tegenaan. Agressieve vorm? Balen. Maar aan je strijdlust veranderde het niets.

Mark,
Vrolijke vent. Sfeermaker. Openhartige jongen.

Altijd was je in voor een grapje. Zelfs midden in de nacht. Nooit was het vervelend om voor jou te moeten zorgen. Oké, af en toe moesten we de tuinstoelen ontwijken waar je familie zich op geïnstalleerd had. Maar ook dan was de humor niet van de lucht.

Jullie spraken trouwens net zo makkelijk met elkaar over serieuze zaken. Jij maakte dat mogelijk door je open te stellen en hun te vertellen wat er in je omging. Dat was je niet gewend, maar in deze periode lukte het je wel. Dat is echt, echt heel knap voor een stoere bink van 23. En dat zeggen we niet zomaar.

En dan de hechte band die je in no time opbouwde met een aantal jonge patiënten die je op onze afdeling ontmoette. Ook daarbij zal je openhartige karakter je geholpen hebben. Samen gamen, voetbal en autoraces kijken (we moesten jullie om 6 uur ’s ochtends wekken voor de Formule 1!), pizza bestellen en beneden in het winkeltje chocola kopen voor de verpleegkundigen… (goed, we geven het toe, dat was na enig aandringen, maar toch). Zat iemand er even doorheen, dan was jij vaak degene die zei: “Kom op, we gaan even samen een rondje lopen”. Wat hadden jullie een steun aan elkaar. Geweldig.

Mark,
Tja…
Natuurlijk was er ook verdriet. Natuurlijk was je ook bang. Hoe kan het anders in zo’n ingewikkelde tijd. Toch wist je je altijd snel te herpakken. “Dokter, ik bedank u niet voor dit gesprek, maar wel voor alles wat jullie voor me gedaan hebben”, zei je tegen de arts die jou moest vertellen dat je niet meer beter zou worden. Vervolgens nam je de regie. Je besprak wat er besproken moest worden. Je regelde wat er geregeld moest worden. En ondertussen ging je door met leven. Sigaretten roken, Bacardi drinken en pokeren met vrienden die jou echt niet lieten winnen.

Diep vanbinnen wist je dat het einde naderde. Naar buiten toe hield je vast aan het allerlaatste sprankje hoop en wilde je het niet hebben over de dood. “Misschien ben ik wel dat ene wonder”, zei je.

Mark,
Pechvogel.
Leukemie is niemands schuld. Jij had de pech dat het jou overkwam. En echt, je had alle ingrediënten om dat ene wonder te zijn. “Ik heb vanavond maar twee keer overgegeven, dus dat viel mee”, zei je afgelopen zondag nog. Ja, dat viel mee. Maar het mocht niet baten. Je was moe. Je pillen lagen nog op je kastje. Je zou ze voor de zekerheid iets later innemen, met die onbestendige maag. Dinsdag rookte je op bed je laatste sigaretje. We hebben de brandweer gebeld om te vragen of de rookmelder voor heel even uit mocht. Maar het lukte al bijna niet meer. Jij ging ervoor, Mark. Maar je lichaam was op.

Bikkel. Kanjer. Topper. Jij bedankte ons, maar eigenlijk willen we jou bedanken. Omdat je zo’n mooie jongen was. Wat zal je ontzettend lang in onze herinnering blijven.

Namens de verpleegkundigen van de Afdeling Hematologie
UMC Utrecht
Rixt Bode

Word lid en praat mee!

Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.

Ontwerp Zonder Titel (15)