Ik veeg een laag stof van mijn verpleegstersklompen. Er is heel wat op neergedaald terwijl ik drie maanden lang met een grote rugzak door de bergen liep. Nu ik de bergpaadjes weer vervang door ziekenhuisgangen en mijn T-shirt en korte broek door een wit pak, is het tijd om in plaats van mijn bergschoenen ook mijn blauwe werkschoeisel weer aan te trekken.

Ik heb er wel zin in, in mijn eerste dienst na zo’n lange tijd. Misschien wel extra, omdat ik weet dat ik na de zomer een andere baan heb. Een nieuwe uitdaging, als Physician Assistant (i.o.) in een huisartsenpraktijk, wat overigens niet wil zeggen dat ik het werk als hematologieverpleegkundige niet (meer) uitdagend vind. Want wat valt er elke dag nog veel te leren  in dit werk. Op medisch vlak, over ziektebeelden en nieuwe behandelingen, maar vooral ook psychosociaal. Van patiënten, die je op hun kwetsbaarste momenten zo dichtbij laten komen en je tegelijkertijd hun enorme veerkracht kunnen laten zien.

Want wat een ongelofelijk sterke pechvogels heb ik de afgelopen zeven jaar verpleegd. Mensen die een vernietigende diagnose kregen, die de grond onder hun voeten weggeslagen voelden worden, maar die zich met een ongekend doorzettingsvermogen door de zware behandelingen heen werkten. Mensen die om hulp vroegen, terwijl ze dat echt heel moeilijk vonden. Mensen die andere patiënten er doorheen wisten te slepen door gezellig met ze te gaan praten of gezamenlijk activiteiten te ondernemen. Twintigers, dertigers, veertigers, mensen met jonge gezinnen, die het makkelijk wisten te maken voor hun omgeving om met het slechte nieuws om te gaan. Vijftigers, zestigers die hun bejaarde ouders moesten ontvangen in het ziekenhuis. Mensen die relevante vragen stelden over hun laatste levensfase, kort nadat ze hoorden dat de behandeling toch geen baat mocht hebben. En dan vergeet ik nog zoveel bijzondere anderen.

Het meest zal ik de patiënten missen die alle narigheid met een flinke dosis humor tegemoet wisten te treden. Tijdens die eerste dienst na mijn sabbatical neem ik een patiënt op die (waarschijnlijk, de MRI moet nog volgen) een recidief heeft van zijn lymfoom; ditmaal in zijn hoofd. Het zou wel eens het einde kunnen betekenen van de behandelmogelijkheden en dat nieuws houdt hem erg bezig. Hij is licht verward, maar weet samen met zijn vrouw goed te vertellen over hun kleindochter, die ook kanker gehad heeft. “De artsen vertelden gelijk aan het begin dat ze een overlevingskans van 99% had”, zegt zijn echtgenote. “Nou! Daar kunnen ze hier nog wat van leren!”, voegt de patiënt toe. We lachen er met zijn drieën hartelijk om, terwijl we beseffen wat momenteel voor hen de harde werkelijkheid is.   

Op mijn nieuwe werk hoef ik straks geen bedrijfskleding meer te dragen. Ik vind dat niet zo jammer. Het pak (meestal te groot of te klein, en je voorganger heeft zijn zakken natuurlijk niet geleegd) en de klompen (wie is er niet mee gestruikeld) waren niet mijn grootste vrienden. Wel hoop ik dat ik er net zoveel prachtige mensen tegenkom als in mijn huidige baan. En dat er wat te lachen blijft.

Rixt Bode

Word lid en praat mee!

Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.

Ontwerp Zonder Titel (15)